Drionezen kloppen Gardé

 

Drionezen zijn zeer flexibel wanneer het op integratie aankomt. Dat is ook niet zo vreemd, want ruilen komt wel vaker voor bij schaken – zo werden twee van Loons ingeruild voor een enkele van Hogeloon. Voor de enige Kuijpers die zich Drionees mag noemen werd compensatie gezicht in een Drionees b.d. – Erik Jan.

Op zaterdag 24 november treden de Drionezen aan tegen Gardé, uit Soerendonk. De naam van een schaakvereniging heeft vaak betrekking op een plaatsnaam, of op een schaakterm, maar Gardé valt op het eerste gezicht in geen van beide categorieën. Het woordenboek vertelt het volgende over GARDÉ:
1) Bewaking 2) Beschermer van een vorst 3) Beschermend geleide 4) Bepaald soort soldaten 5) Bewaker (vl.) 6) Beroep 7) Corps 8) Deel van het leger 9) Eierklopper 10) Elitegroep 11) Elite 12) Erewacht 13) Gard 14) Klopper 15) Keurtroep 16) Keurregiment 17) Keurkorps 18) Keukengerei 19) Klutser 20) Keukengereedschap 21) Keurbende 22) Lijfwacht 23) On

Samengevat kan Gardé dus gezien worden als:

  1. De defensieve versie van het schaakmat (Sjah Mati) – de nadruk ligt niet zozeer op het afmaken van de andere koning, maar meer op het beschermen van de eigen vorst.
  2. Een keukengerei voor het kloppen van eieren.

Nu zijn Drionezen geen eieren, al zijn ze wel behoorlijk uitgekookt. Drionees voor drionees schoven ze bij hun borden aan. Gardé stond stijf onderaan in de competitie, en was dus de te kloppen ploeg. In tegenstelling tot de vorige keren waren ze deze keer met hun topchefs aan komen draven.

Aan het eerste bord zat Erik-Jan te genieten van een stevige boerenomelet op bruin volkoren boterhammen. Je kunt geen omelet maken zonder eieren te breken, dus koos hij voor de hardhandige aanpak. Hij heeft zijn bord netjes leeggegeten.

 Onderwijl verslikte Carlo zich onverwacht in een paar wentelteefjes, in het buitenland ook wel bekend als “French Toast”. Waarschijnlijk waren de boterhammen toch iets te oud voor consumptie.

Jordy trof een zachtgekookt eitje aan op zijn diepdonkere waldkorn broodje, die hij met smaak nuttigde.

Ook Rob zat geen windeieren te leggen – hij wist wel chocola te maken van het paasei dat hij vond.

Op zijn halfje tijgerbrood gesneden had Henk uiteindelijk liever een half ei dan een lege dop.

Er kleven ook gevaren aan eieren – Marcel kreeg een salmonellavergiftiging te verwerken, en moest met spoed worden opgenomen.

Dat drukte de stemming behoorlijk, en met wat verdachte kruimels op zijn bord koos Kees eieren voor zijn geld.

Erik liep op eieren, maar wist dat te doen zonder ook maar iets te breken. 

De weerstand van de eierklutsers was tamelijk stevig voor een rode lantaarndrager. Met deze overwinning worden andere subtoppers gepasseerd die punten hebben laten liggen. De Drionezen bezetten nu de derde plaats in de Promotieklasse.

 

De Pion 3 (1837) – Garde 1 (1849) 4½ – 3½

1. Erik-Jan Colijn (1959) – Ruud van Meegen (2004) 1 – 0

2. Carlo Rens (2028) – Jan Broekhuis (1853) 0 – 1

3. Marcel Huijser (1882) – Geert Gabriels (2018) 0 – 1

4. Rob van der Weegen (1849) – Albert Jan Blank (1851) 1 – 0

5. Jordy Schouten (1862) – Coen Winters (1889) 1 – 0

6. Erik van Elven (1802) – Martijn Cox (1768) ½ – ½

7. Henk Wennekes (1792) – Jacco Vermeulen (1769) ½ – ½

8. Kees van Hogeloon (1525) – Wessel Veerbeek (1641) ½ – ½

 

Geef een reactie