De strijd om de wisselbeker

Afgelopen zaterdag mocht De Pion 2 thuis D4 uit Oosterhout ontvangen. Een match tussen De Pion en D4 is inmiddels een ware klassieker. Er wordt namelijk niet alleen om matchpunten gestreden, sinds het begin van deze eeuw is een match tussen teams van onze club en D4 ook een strijd om de felbegeerde wisselbeker. Van het stof ontdaan door de teamleider van het Eerste, stond de beker dan ook weer in een ruimte met een team van beide clubs. Zoals al gelezen kon worden, wisten we hem in Roosendaal te houden, maar hoe we dat hebben gedaan, leest u in dit verslag.

Benny speelde op bord 3 tegen Joost Sips (1967). René wist mij te vertellen dat Joost wel vaker hakpartijen speelt, en ook ditmaal ging Joost voortvarend in de aanval en offerde een heel aantal pionnen. Benny kon daardoor niet rokeren, maar kreeg wel een van zijn extra pionnen op de 2e rij (of 7e, hoe je het wilt zien). Nadat hij dames afruilde, was het een kwestie van tijd voordat het eerste punt binnen was. De beker leek bij ons te blijven.

Ngo Hin speelde op bord 4 tegen Marc Caluwe (1992). Van wat ik van de partij heb gezien, speelde het vooral op de damesvleugel af. Afhankelijk leek het initiatief bij Ngo Hin te liggen, maar Marc wist dat voordeel van Ngo Hin om te zetten in een gelijke stelling. Niet forceren, de beker bleef nog steeds bij ons.

Invaller Mathijs, waarvoor dank, speelde tegen Ruud Goverde(1831) op bord 8. Mathijs kreeg een open g-lijn door een dubbelpion op de f-lijn. Ruud wist daar gebruik van te maken en begon druk te zetten op de koning van Mathijs die in het midden was gebleven. Die druk werd te veel, en zo was de beker weer van beide teams.

Ook Erik kreeg een gevaarlijke stelling, waarbij hij eerst moest verdedigen. Hij speelde tegen Wim Wilssens (2007) op bord 5, maar Erik staat bekend om zijn koelbloedigheid. Wim had lang de tijd gebruikt om zijn aanval in te zetten, maar Erik wist te verdedigen en vervolgens zelf spel te creëren. Toen ook de tijd een rol ging spelen, mochten we weer naar een voorsprong kijken. Opnieuw was de beker meer in Roosendaal dan richting Oosterhout.

René speelde tegen Frans van Gils (1836) op bord 7. Ik zag een koningsaanval ontstaan, Frans verloor hierdoor een pion. Even later wist René zijn aanval op koningsvleugel over te brengen naar de damesvleugel. Het paste allemaal precies, aldus de eigen analyse. Nadat hij dames mocht afruilen, kon hij het overwicht op de damesvleugel omzetten in een drietal vrijpionnen. Twee daarvan liepen naar de overkant om de beker nog wat meer in Roosendaal te houden. Oplettende lezers weten dat het nu 3,5-1,5 staat. 

Robert mocht ditmaal op het eerste bord spelen tegen Robbert van Vossen (2077). Bijna had hier dus een grap kunnen staan over dat het punt sowieso bij Robert zou blijven. Achteraf zou dit dan goed voor ons geweest zijn. Robbert besloot namelijk een stuk te offeren voor een aantal pionnen in het centrum. Robert wist door middel van een het extra stuk een aantal pionnen erbij te nemen. Hoe het daarna precies vervolgde is mij ontschoten, maar toen ik zag dat Robert een dame en twee pionnen tegen twee lopers en een pion had, kreeg ik al het goede gevoel. Robert wist dit keurig uit te spelen en zo was al duidelijk dat de wisselbeker in Roosendaal zou blijven. Maar hoe mooi glimt hij?

Ikzelf speelde op bord 6 tegen Pierre Jaspers (1921). Lang ging het gelijk op. Door een aantal onnodige zetten van mijn kant, kreeg Pierre het voordeel. En wanneer je je niet aan je eigen plan houdt, gaat het snel bergafwaarts. Zeker wanneer je ook een pion in de aanbieding doet. Dat werd door Pierre dan ook vakkundig afgestraft, de wisselbeker glom een beetje minder mooi.

Als laatste was Paul bezig op bord twee. Hij speelde tegen Carlo Bloem (2028). Paul zette zijn stelling langzaam vooruit richting de stelling van zijn tegenstander, maar tijdens dat proces werden er wel kiertjes geopend. Lang leek het prima houdbaar, tot er weer een aantal stukken naar de achterste rij ging. Carlo wist een truc in de stelling te brengen en dat zorgde voor stukverlies en daarmee partijverlies. Eindstand: 4½-3½.

En die eindstand betekent dus dat de wisselbeker in Roosendaal mocht blijven. Niet met het grootste verschil, maar goed genoeg.

Gedetailleerde uitslag:

T De Pion 2 1937 D4 1957
1. Robert Schuermans 2046 Robbert van Vossen 2077 1 0
2. Paul Kuijpers 2092 Carlo Bloem 2028 0 1
3. Benny Onrust 1996 Joost Sips 1967 1 0
4. Ngo Hin Cheng 1962 Marc Caluwe 1992 ½ ½
5. Erik van Elven 1930 Wim Wilssens 2007 1 0
6. Frank Lambregts 1820 Pierre Jaspers 1921 0 1
7. René van den Broek 1878 Frans van Gils 1836 1 0
8. Mathijs Verbeek 1770 Ruud Goverde 1831 0 1

Geef een reactie