De Pion 3 is vervloekt!

Afgelopen zaterdagmiddag speelde De Pion 3 thuis tegen DSC 1 uit Dongen. Het leek er lange tijd op dat we met een onvolledig team zouden spelen, maar dankzij de hulp van onder meer Mark, Patrick en hun teams is het toch gelukt om een complete opstelling te maken. Bij deze zou ik hen hier dan ook voor willen bedanken. Hieronder kunt u het verslag van De Pion 3 lezen.

Na tactisch beraad met Carlo had teamleider Joris besloten zichzelf op het eerste bord te plaatsen. Gebaseerd op de vorige twee wedstrijden zou ik hier Maarten van der Burght (2152) treffen. Helaas was Maarten op het tweede bord gaan zitten, waardoor mijn keuze iets minder goed leek uit te pakken. Achteraf gezien bleek viel dit toch mee te vallen.

De eerste partij die ten einde kwam was die van Martijn tegen Dick Carol (1744) op bord 6. Martijn wist de stelling erg ingewikkeld te maken en creëerde zo ruimte voor fouten. Die kwamen er ook, en Martijn leek twee stukken en een pion voor een toren te krijgen. Hij nam echter goed de tijd om de stelling te evalueren, en drie zetten gaf zijn tegenstander op omdat hij zijn dame zou moeten offeren om mat te voorkomen.

Ook onze invaller Jan speelde een goede pot. Op bord 8 tegen Ad Swinkels (1660) kreeg hij mooi spel op de damevleugel en zette veel druk op de geïsoleerde randpion op de a-lijn. Ad verdedigde echter prima en de resulterende puntendeling was dan ook niet onverwacht.

Niet veel later viel op bord 5 de gelijkmaker. Noud leek in zijn partij tegen Mark Maas (1850) niet lekker op gang te komen. Zijn koning kwam niet geheel fijn te staan en hij kreeg dan ook een behoorlijke koningsaanval te verduren. In tijdnood kreeg Noud het niet voor elkaar om alles te verdedigen en moest opgeven.

Het duurde even voordat de volgende partij klaar was, en gedurende die tijd leek de verwachting die ik van tevoren had (onze eerste matchpunten!) steeds reëler te worden. Jammer genoeg liep de wedstrijd niet op dezelfde manier af als mijn droomscenario.

De eerstvolgende partij die afliep was die van Marcel op bord 3. Lange tijd had hij het Eric de Moor (2017) moeilijk gemaakt, en het T+P+pionnen eindspel waar de partij in uitmondde achtte ik kansrijk. Marcel verloor echter zijn paard en moest zich bij het verlies neerleggen. 

Koen, die op bord 4 tegen Igor Heinen (1980) speelde, was allesbehalve tevreden over zijn stelling. Koen had in de opening een pion geofferd maar leek hier niet genoeg compensatie voor te krijgen. Lange tijd kon hij niet rokeren en toen het uiteindelijk wel kon was het erg gevaarlijk. Niet veel later was hij genoodzaakt een stuk op te geven, en na lange tijd te hebben doorgeploeterd kostte hem dit toch de partij.

Een paar borden verderop speelde Ad een zeer goede partij tegen Jan Haast (1619). In het middenspel gaf Jan een centrumpion weg wat ruimte creëerde voor Ad om een verbonden dubbelpion door het centrum te duwen. Om dit duo te stoppen moest Ads tegenstander een stuk opgeven en zijn torens afruilen, waarna een redelijk simpele stelling overbleef voor Ad met K+P+pionnen tegen K+pionnen.

Ondertussen was ik een stuk minder overtuigd van onze winstkansen. Ikzelf kwam steeds beter te staan tegen Koen Haast (2071) op bord 1, terwijl de partij van Carlo tegen Maarten van der Burght (2152) steeds onduidelijker werd. Carlo leek in zijn partij mooi spel te krijgen maar moest gas terugnemen toen er een toren op zijn tweede rij werd geïnstalleerd. Dit liep van kwaad tot erger toen Maartens paarden actie begonnen te ondernemen. Carlo gaf een kwaliteit om in de partij te kunnen blijven en even later offerde hij hier nog een paard bovenop voor kansen op eeuwig schaak (of mat, als het even kan).

Naast Carlo, op bord 1, zat ik. Ik had in de tussentijd een redelijk voordeel in mijn stelling geproduceerd en, misschien iets te voorbarig, ging uit van een 4-4 gelijkspel indien Carlo eeuwig schaak had. Op zet 30 ging Koen er eens goed voor zitten en zo bleef er voor ons beiden weinig tijd over voor de laatste tien zetten. In de elf zetten die volgden heb ik mijn complete voordeel weggegooid, die zijn maximale potentie bereikte toen ik op zet 38 .. Db4 mistte (-13.61, depth 30). De overige twintig zetten moest ik zwoegen om de partij gelijk te houden.

Rond een uur of 5 nam ik afscheid van mijn laatste winstkansen en bood ik remise aan met 1 minuut 43 op de klok. Dit bleek voor Maarten ook het perfecte moment om Carlo een remiseaanbod te doen. Maarten had ondertussen zijn dame tegen een loper gegeven om eeuwig schaak te vermijden, en de overgebleven stelling met D+pionnen tegen T+P+pionnen was er niet veel gemakkelijker op geworden voor Carlo. Om te vermijden dat ik door mijn tijd gespeeld zou worden (en de promotie van de zwarte vrijpion) nam Carlo het aanbod aan. Koen, die nog even de tijd nam om de stelling goed te bekijken, besloot ook mijn aanbod te accepteren.

Betreurenswaardig betekent dit dat De Pion 3 voor de derde keer op rij met 3½-4½ verliest. Maar, zoals René mooi verwoord heeft in zijn reactie op de voorloper van dit verslag, het team heeft aangetoond dat we bereid zijn om voor elk bordpunt te vechten, en dus ben ik er nog volledig van overtuigd dat het wel goed gaat komen dit seizoen.

De Pion 3 (1766) – DSC 1 (1887) 3½-4½
Joris Kok (1712) – Koen Haast (2071) ½-½
Carlo Rens (1943) – Maarten van der Burght (2152) ½-½
Marcel Huijser (1875) – Eric de Moor (2017) 0-1
Koen Riemens (1745) – Igor Heinen (1980) 0-1
Noud Riemens (1731) – Mark Maas (1850) 0-1
Martijn Verbeek (1779) – Dick Carol (1744) 1-0
Ad Bruijns (1712) – Jan Haast (1619) 1-0
Jan van Oosterhout (1630) – Ad Swinkels ½-½

Geef een reactie