Vrede op aarde aan de mensen van goeden wille

De uitwedstrijd tegen Philidor Leiden op 17 december 2011 betekende voor teamleider Charles Kuijpers een weerzien met enkele oude bekenden na tientallen jaren. In mijn schaakjeugd in Leiden in de jaren zestig en zeventig waren ze al wat ouder dan ik, maar gezellig was het. De hernieuwde kennismaking met Piet Bakker (74), vroeger een vermaard hoofdklasser, Herman van Halderen (65) en Michiel Vergeer, tot zijn pensionering het boegbeeld van het CBS op de TV,  voor de aanvang van de wedstrijd was uiterst genoeglijk. Philidor bleek een team te zijn van routiniers en enkele mij onbekende jongelui, die aardig bleken te kunnen schaken. Ze waren in ieder geval op volle oorlogssterkte.
De wedstrijd was buitengewoon spannend. Tevoren had ik vernomen dat het in het denksportcentrum in Leiden vaak rumoerig was door toedoen van de daar aanwezige bridgers maar op deze zaterdagmiddag had men in Leiden een andere variant bedacht. In geen velden of wegen was een bridger te bekennen (overigens evenmin een herder J ), maar kort na aanvang van de wedstrijd begon in een belendend zaaltje de plaatselijke harmonie te repeteren. Ze speelden niet slecht, maar in twee uur tijd werd een compleet repertoire aan kerstliedjes ten gehore gebracht. Van “Stille nacht” via “Hoe leit dit kindeken” tot “Midden in de winternacht” , schrijver dezes waande zich in de nachtmis op kerstavond.

 Op bord 7 probeerde Charles Kuijpers zich met wit op de stelling te concentreren tegen Piet Bakker, maar de (veelal irrelevante) berekende varianten werden doorspekt
met liedteksten en kerstgedachten. Of het meegespeeld heeft weet ik niet zeker, maar op de veertiende zet bood Charles remise aan in de veronderstelling dat het min of meer gelijk stond. De vrede werd getekend. Bij de analyse leek dat terecht, doch na thuiskomst merkte Fritz13 fijntjes op dat wij er niets van begrepen. Het stellingsoordeel was +0,98, dus Charles kon het boetekleed weer aantrekken.

 Enige tijd later gonsde het in de wandelgangen dat Nico Kuijf met zwart op bord 1 een briljante combinatie uitvoerde tegen Stefan Docx. Toen ik ging kijken, zag ik een inderdaad flink rood aangelopen Stefan achter het bord zwoegen, doch niet veel later bleek dat de combinatie niet deugde. Helaas miste Stefan de échte weerlegging, maar bereikte hij een stelling met remisetendensen. Dat werd het vele zetten later ook.

 Inmiddels pakten zich donkere wolken samen boven enkele Pionstellingen. Stefan Colijn met zwart op bord 4 had na een Siciliaan een paar lelijke gaten in zijn stelling, en tegenstander Arres Oudshoorn speelde wellicht de partij van zijn leven. Hij hield de stelling volledig onder controle en won een kwaliteit. Via vreselijke dreigingen op de diagonaal a1-h8 kwam daar nog een kwaliteit bij met een grootscheepse afruil, waarna het snel gebeurd was.

 Op het achtste bord was Bart Peeters met zwart via een vaag pionoffer ten aanval getrokken tegen Thijs Roorda. Die verdedigde zich lange tijd zeer goed, en het leek erop dat het materiële plus en het tijdsvoordeel gewicht in de schaal zouden gaan werpen. Bart bracht echter steeds kleine venijnige dreigingen in de stelling, waardoor uiteindelijk een gelijkstaand eindspel van T+L en pionnen op het bord kwam. Net toen ik dacht dat het ongetwijfeld remise zou worden, gaf Thijs zijn toren weg. Een wat overdreven kerstcadeautje, maar we bleken het wel hard nodig te hebben. Op de overige borden zag het er nog steeds niet zo goed uit.

 Op bord 6 bereikte Ludo Tolhuizen met zwart in een Hollandse partij ruimtevoordeel tegen Willem van Briemen. Zijn tegenstander gaf echter geen krimp. Ludo moest gezien de stand van de wedstrijd doorspelen, en vond daarna dat hij steeds slechter kwam te staan. Dat viel wel mee, maar het evenwicht werd nooit verbroken.

De tweede seniorenpartij werd gespeeld op het vijfde bord, alwaar Robert Schuermans met wit good old Herman van Halderen tegenover zich trof. In tegenstelling tot het karakter van beiden ging het er op het bord hard aan toe. In een enigszins vreemde Siciliaan ontwikkelde Robert veel activiteit, doch Herman hield alles keurig onder controle. In tijdnood verliest Robert in een eindspel met wederzijds twee lichte stukken door een tussenzetje een vol stuk, doch door vrijpionnen op h7 en e7 (!) blijft de strijd gaande, en is zwart gedwongen een stuk terug te geven. Een studieachtig eindspel resteert, waarbij de regel dat een randpion de grootste vijand van het paard is, weer eens treffend werd bewezen. Op subtiele wijze haalde Robert het punt alsnog binnen.

Op het derde bord stond Thierry Penson met wit aanvankelijk goed, doch in het middenspel keerden de kansen. Tegenstander Guido Bakker verbruikte wel zeeën van tijd, maar in zijn eigen tijdnood baande hij zich combinatoir een weg door de witte stelling. Tot verbazing van de omstanders verzuimde hij rond zet 40 een opgelegde winst; in plaats daarvan wikkelde hij af naar een dame-eindspel dat wel gewonnen was maar nog tientallen zetten vergde. Hij won het wel.

 En zo stond het 3 ½ – 3 ½ . De beslissende partij op het tweede bord vormde een ongelooflijke apotheose. Andy Baert met zwart kreeg na een damegambiet tegen Gert-Michiel de Niet een bedenkelijke stelling. GM (zoals hij zich graag laat noemen) had groot positioneel voordeel, en offerde op een gegeven moment een kleine kwaliteit op f5 om de zwarte koningsstelling te slopen. Dat lukte wel, maar het leverde geen doorslaggevend voordeel op. Andy rechtte de rug en kwam terug in de partij. In het verre middenspel kwam hij aan het roer, en het werd een zinderende finale. In een eindspel van twee lopers en twee pionnen (b en h) van Andy tegen een toren en twee pionnen (g en h) leek zwart te gaan winnen, maar het tijdsverbruik van beiden was enorm. In de uitvluggerfase had GM nog 10 seconden (!) en Andy nog ruim 20 seconden (!) toen GM plotsklaps luidkeels remise claimde terwijl Andy aan zet was en diens klok dus liep. Andy had de tegenwoordigheid van geest om zelf maar de klok stil te zetten, iets wat GM had moeten doen. Inmiddels stond de klok van Andy op 17 seconden. De stelling was inderdaad op weg naar een theoretische remise: wit een kale koning, zwart een h-pion en een verkeerde loper. De witte koning was op weg naar h1, kon dat veld ook bereiken, maar was er nog niet. Alle omstanders begonnen zich ermee te bemoeien, maar die werd de mond gesnoerd door Jan Postma en ook door teamleider Charles Kuijpers, die stelde dat buiten de wedstrijdleider en de teamleiders iedereen zijn mond moest houden. De wedstrijdleider besliste dat de claim onterecht was hetgeen betekende dat Andy 2 minuten tijd erbij zou krijgen. GM was natuurlijk in alle staten, en Andy vroeg zijn teamleider Charles om geestelijke bijstand. Die riep hem even apart, en beiden waren het er snel over eens dat het gezien het feit dat de stelling echt remise was en GM dat ook inhoudelijk had aangegeven, ethisch gezien niet verantwoord was GM door zijn vlag te jagen. Overigens zou de koning van GM binnen 10 seconden h1 wel bereikt hebben, waarna een tijdsoverschrijding in die stelling alsnog tot toekenning van een remiseclaim zou hebben geleid. Andy bood dan ook direct remise aan. Ik denk dat in de KNSB-competitie door veel spelers anders zou zijn gereageerd, maar bij ons staan sportiviteit en ethiek gedeeld eerste.

 En zo begon én eindigde deze wedstrijd in de kerstgedachte……

 

1.    Nico Kuijf (2216)                   –  StefanDocx (2332)                       ½ – ½
Gert-Michiel de Niet (2158)   –  Andy Baert (2161)                       ½ – ½
Guido Bakker (2070)              –  Thierry Penson (2203)                  1 – 0 
4.    Arres Oudshoorn (2050)           –  Stefan Colijn (2261)                     1 – 0
5.    Herman van Halderen (2057)  –  Robert Schuermans (2057)           0 – 1
6.    Willem van Briemen (2045)     –  Ludo Tolhuizen (2154)                 ½ – ½
7.    Piet Bakker (1994)                   – Charles Kuijpers (1998)                ½ – ½
8.    Thijs Roorda (2035)                 –  Bart Peeters (1924)                       0 – 1

Geef een reactie