De Pion 2 behaalt koppositie niet

Bij aanvang van de vierde ronde stond De Pion 2 tweede, met 1 matchpunt voor op de nummer drie en vier en met 1 matchpunt achter op de nummer één. Op het programma stond echter de wedstrijd tegen Oegstgeest ’80, de nummer één. Bij winst zouden we dus de koppositie overnemen. Dat is niet gelukt, zoals al heeft kunnen lezen in het eerdere bericht. Hieronder leest u waarom dat niet is gelukt. 

Oegstgeest heeft met Fred Slingerland (2299) en Nebojsa Nikolic (2325) twee IMs in haar midden. Wat konden wij daartegen over zetten? Door de teamcaptain werd besloten dat Ted en de teamcaptain zelf zouden strijden tegen deze mannen. Het ging echter al snel mis bij de teamcaptain op bord 1 tegen Fred. Frank verkwanselde onnodig een pion in de opening en even later zelfs een heel stuk.

Marc speelde op bord 6 tegen Johan Boots (1878). Hij kreeg een eenzame pion in het midden en besloot deze dan ook maar op te geven, in de hoop door meer spel met het loperpaar beter te komen. Dit lukte niet, maar Johan kon de voorsprong van een pion niet verzilveren. Remise is wat volgde.

Op bord drie en vier werd er aanvallend gespeeld. Ngo Hin speelde op bord drie tegen Gert-Michiel de Niet (2066) en het leek op het eerste oog een mooie stelling te zijn, doordat hij een koningsaanval kon beginnen. Maar Gert-Michiel kon dit verdedigen en had ondertussen een vervelende penning op het bord gezet. Met weinig tijd op de klok, kon Ngo Hin het niet meer bolwerken en verloor een stuk en daarmee de partij.

Op bord vier was Robert bezig met een uiterst vreemde partij. Hij mocht van Jan-Willem van Drunick (1991) een aantal pionnen winnen, maar Jan-Willem kreeg hierdoor de mogelijkheid de F-lijn te openen en ook hier kwam het thema penning aanbod. Robert wist dat probleem op te lossen, maar dat kostte hem zijn voorsprong en activiteit. Even later wist Jan-Willem een matcombinatie te vinden en uit te voeren. Tussenstand: 3.5-0.5

4 partijen te gaan, 4 bordpunten nodig voor de koppositie. Ted speelde, zoals al te lezen viel, tegen Nebojsa Nikolic. Ted is een ervaren rot, getuige ook zijn lage KNSB-nummer. Je kunt hem dus wel zo’n tegenstander toevertrouwen. Geen slechte zetten doen, dan kun je niet verliezen. En zo geschieden. De exacte eindstelling heb ik niet meegekregen, maar er werd een en ander afgeruild en Ted wist genoeg spel te krijgen om zijn stelling neer te zetten. Er doorheen komen bij Nebojsa lukte niet, het werd dus een remise. Puike prestatie dus van Ted!

Die uitslag betekent echter wel dat de rest moet winnen, als we nog een matchpunt willen scoren. Lang zag het bij Erik er naar uit dat er wel wat kans was op een punt. Hij speelde op het laatste bord tegen Bert van Brussel(1856). Erik had echter net een truc gemist, waardoor hij een stuk verloor. Dat was flink balen dus, want er kon geen matchpunt meer behaald worden.

Benny nam het op tegen Evert Leeuwenburgh(2032). Er werd stukken geruild. Paarden tegen lopers. Benny hield zijn lopers, Evert zijn paarden. Vervolgens ging de damevleugel open, de torens eraf en bleken de paarden van Evert zeer ongelukkig te staan. Benny wist een pion te winnen in het eindspel en scoorde zo een punt.

René had al vroeg op voorsprong kunnen komen tegen Joop Bakker(1828). Dat bleef hem de hele partij achterna zitten in zijn gedachten. Hij weet  uiteindelijk een pion te winnen, maar verder uit bouwen doet hij niet. Op zet 41 kan hij het op twee manieren beslissen(Txc6, nog mooier zelfs, en Txd5 voor René). Uiteindelijk besluit hij om de verkeerde redenen enkele zetten later alsnog Txd5 te doen. Schrikt van zijn eigen zet, die uiteindelijk wel juist blijkt te zijn. Zo behoudt René zijn 100%-score!

Helaas telt dit alles op tot de volgende eindstand: 5-3. Anderhalf bordpunt te weinig voor de koppositie. Wellicht dat er meer in had gezeten bij een aantal partijen, maar in ieder geval aardig weerstand geboden tegen de koploper.

Geef een reactie