AvondDrionezen drijven geest van de Baron uit

Dinsdag 13 november 2012 – het is 10 dagen geleden sinds de Baron van Breda is geëxecuteerd: zie het verslag “Drionezen onthoofden koploper”. Al spoedig na deze moedige daad kwamen de geruchten de wereld in… het zou spoken in het kasteel van de baron… rinkelende kettingen, piepende deuren, klapperende ramen, bloedende beelden, middernachtelijke kreten, uit zichzelf bewegende schaakstukken – dat werk – u kent het wel.

Daar moest snel een einde aan komen, en allerijl werd een gezelschap samengesteld die hiertoe in staat moest zijn. Daar was de filosoof Schuurmans, met zijn diepe doorgronding van de ziel. Akoliet Bart maakte zijn opwachting met zijn stille gaven. Meester Kuijpers trad aan om korte metten te maken met de overlijdensakte. Fysicus Huijser beheerst de wetenschap van de niet-levende materie. Tezamen trokken zij na zonsondergang richting Breda.

Schuurmans nam het kasteel diep in zich op. Hij aanschouwde een schilderij met de afbeelding van een vlucht regenwulpen: “’t Hart” sprak hij “’t Hart”, en akoliet Bart nam het ter harte. Daarop begaf Schuurmans zich naar de zwarte linden, en struinde Bart naar de witte grafzerken van Willeboordse.

Onderwijl las Meester Kuijpers stilzwijgend de in het Engels opgestelde nalatenschap. Na een akte of twintig a dertig wierp hij het papier in de smeulende haard met blank en zwart hout. Daarop nam hij het woord en sprak zijn ‘Sam Sam’ uit. Hemels wijwater drupte door de schoorsteen en bluste de haard, waarop deze in tweeën brak.

De zwarte linden stonden achter in de kasteeltuin, wiegend in de koude novemberwind. Zwarte paddestoelen spanden een heksenkring om de wortels. Uitgezogen en aangevreten bladeren lagen rondom de krakende stammen. Jan aanschouwde de spanning in het hout, de verborgen, fijne structuren in de uitgemergelde takken. Hij bestudeerde de diepe holten in de stammen, en de kronkelende, wurgende wortels. Het heilige vuur in het binnenste van Jan ontvlamde in een witte, ziedende, grote, razende vuurbal. De heksenkring vatte vlam als een tondelzwam, en spoedig stonden de linden in een krijsende vuurzee.

Bij de zompige grafzerken van Willeboordse lagen het lichaam en het hoofd van de baron opgebaard op een hoger gelegen tombe, in een open kapel. Bart beklom de traptreden. Toen hij halverwege was, rolde de kop van de baron van de tombe, de trap af. Bart zag de kop aankomen – de bleke tong stak als een dikke regenworm uit de gapende mond. Hij bleef koel, ontweek behendig de gebutste schedel en zette voort naar het lichaam. Daar doorstak hij zonder omhaal het hart van de baron met een houten spies.

Bij het luiden van de klok had Fysicus Huijser een ongeluk met een paard. Iets met uit zichzelf bewegende schaakstukken – dat werk – u kent het wel.

De Baronie – AvondDrionezen  1½ – 2½

Geef een reactie