Arbiters

In zijn laatste Volkskrant rubriek begint Gert Ligterink zo:

 

Lang heb ik gedacht dat geen gezapiger beroep bestond dan dat van schaakarbiter. Vrijwel niets hoefde je er voor te doen. Op de gong slaan en aan het eind van de middag even opletten of iemand de bedenktijdtijd overschreed, meer was het niet. Als speler was ik soms jaloers op de arbiter. Terwijl ik werd mat gezet, zat hij rustig de krant te lezen.

Toen ik de laatste zin las dacht ik aan mijn eigen recente prestaties en bedacht me dat Ad, Erik en Frans het zo gek nog niet hebben bekeken…

Geef een reactie